AIR - Inzicht in de controle-modi (Mode1, Mode 2)

Inzicht in de controle-modi

Door het raadplegen van een "ready to fly" kit, of een afstandsbediening, heb je misschien gemerkt dat de volgende termen in de productbeschrijving altijd vermeld staan: Mode 1 (of M1) en Mode 2 (of M2).

De “Mode” beschrijft eigenlijk de verdeling van de belangrijkste controles op de zenders. Dit is intuïtief op een zender voor RC auto, maar dit is niet het geval voor vliegtuigen, zweefvliegtuigen, helikopters en multirotors waarbij beide manieren mogelijk verschillende combinaties bevatten.

Laten we eerst eens kijken naar de basis.

Fixed pitch
Gas: dit controleert de commando’s die je aan de motor geeft, hoeveel gas je geeft om een bepaalde snelheid te halen. Hoe meer gas je geeft hoe sneller hij zal stijgen of dalen.
Hoogteroer: dit is het horizontale roer op de staart die ervoor zorgt dat je vliegtuig op en neer kan gaan.
Richting: dit is de opdracht die u toelaat om de neus van het model te draaien naar links of naar rechts.
Rolroeren: dit is de functie die je model kan doen kantelen rond een as door de neus en de staart.

Modellen roterende propeller (helikopters en multirotors)
Cyclische longitudinale: dit is het commando die je model laat kantelen naar voren of naar achteren.
Cyclische laterale: dit is het commando dat het toestel naar links of rechts laat overhellen.
Rotaties over de rol-as (komt overeen met de rolroeren).
Collective pitch: Dit is het commando om op een alomvattende manier de invalshoek van de propeller van de helikopter met een collectieve pitch te veranderen. Dit is niet van toepassing op vaste schroeven of multirotors. Het zorgt ervoor dat de helikopter verticaal op en neer kan bewegen.
Staartrotor: dit is het commando die u toelaat om de neus van het model te draaien naar links of naar rechts. Op een gewone helikopter is dit de staartrotor die de draairichting mogelijk maakt. Bij coaxiale helicopters of multirotors is het door een verschil in rotatiesnelheid van de rotors dat deze beweging wordt verkregen. De staart is de richtinggever van een fixed-wing model .
Gas: het commando dat de motorsnelheid regelt via de snelheidsregelaar. Bij helikopters met een collectieve pitch, worden de gashendel en de pitchhendel geactiveerd door dezelfde beweging, een elektronische mixer zorgt voor het doorgeven van orders aangepast aan twee verschillende kanalen naar de ontvanger. Bij helikopters met vaste rotor of multirotors, zal de gasregelaar rechtstreeks de hoogte bepalen.

De indeling van commando’s

Op de zender zijn er vier manieren om deze opdrachten te verdelen over beide hendels. Mode 1, Mode 2 maar soms ook Mode 3 & Mode 4. Dit zijn de "modes" van het vliegen. De meest voorkomende zijn de modi 1 en 2.In Europa werd de Mode1 historisch lang gebruikt door de meerderheid van de piloten, maar de laatste tijd zien we dat de Mode 2 het meest gebruikt wordt omdat het meer intuïtief is voor beginners.

MODE 1

Fixed Wing
Hoogteroer en richting op de linkerkant, Gas en Rolroeren op de rechterkant.

Roterende vleugel
Vooruit/Achteruit en Op zichzelf draaien (L/R) op de linkerkant, gas / pitch en Links/Rechts verplaatsen op de rechterkant.

MODE 2

Fixed wing
Gas en sturen op de linkerkant, Hoogteroer en Rolroer op de rechter joystick.

Roterende vleugel
Gas / pitch en Op zichzelf draaien (L/R) op de linkerkant, en Vooruit/Achteruit en Links/Rechts verplaatsen op de rechter joystick.