De stuurroeren van een vliegtuig.

Wij hebben gezien in een onderwerp dat einde 2015 gepublliceerd werd op de blog (Hoe vliegt een vliegtuig ?) hoe een vliegtuig in de lucht blijft en hoe het staartgedeelte zorgt voor de stabiliteit. We zijn geëindigd met de evocatie van de stuurroeren die toelaten het vliegtuig te besturen. Vandaag gaan we in detail de actie en de werking van deze stuurroeren bekijken, een onontbeerlijk begrip alvorens te beginnen vliegen.

Hoe werkt een stuurroer ?

Alle stuurroeren van het vliegtuig werken volgens hetzelfde principe : door het draaien van het stuurroer, verandert men lokaal het profiel van de vleugel of van het staartgedeelte en zo wijzigt men de draagkracht en de nasleep op het niveau van het stuurroer.

De verandering van een positie van het stuurroer wordt bekomen via de afstandsbediening. Een commando komende van de zender wordt ontvangen door de ontvanger, doorgegeven aan het servo mecanisme (servo) die een proportionele positie inneemt evenredig met het bestuurscommando. Een koppeling geeft de beweging door aan het stuurroer.

De koppeling kan rechtstreeks, met terugslag, bestaande uit soepele omhulzing of met kabels zijn.

De gebruikelijke stuurroeren

We moeten 3 assen controleren en we hebben 3 verschillende sets van stuurroeren.

- Hoogteroer :

Dit bestaat uit één of twee kleppen die gesitueerd zijn op het horizontale staartgedeelte of soms (zelden op een beginnersvliegtuig, maar vaak op een zwever) het volledige horizontale mobiele staartgedeelte (dit noemen we een monobloc staartgedeelte).

Als de achterlijst van het diepteroer omhoog gaat, creeren we een draagkracht van het staartgedeelte naar beneden, waardoor de neus omhoog komt. Het vliegtuig trekt op.

Indien de achterlijst van het diepteroer omlaag gaat, creeren we een draagkracht van het staartgedeelte naar boven, waardoor de neus naar beneden gaat. Het vliegtuig duikt.

Gezien uit het standpunt van de afstandsbediening, zal aan de hendel voor het diepte commando getrokken worden om op te trekken (het stuurroer gaat omhoog) en geduwd worden om te dalen (het stuurroer gaan naar beneden).

(Schema met zender in mode 1 - Onderaan vindt u de vlieg modes)

- Richtingsroer :

Dit werkt zoals het diepteroer, maar door het model van boven te bekijken. Het bestaat gewoonlijk uit een mobiele klep gesitueerd aan de kant van de achterlijst van het vertikale staartgedeelte. Hier ook, bestaan er monobloc oplossingen, maar ook twee- of driedelige richtingsroeren. Deze gevallen vindt men normaal niet op een beginnersvliegtuig.

Indien de achterlijst van een richtingsroer naar rechts gedraaid wordt, creeren we een draagkracht van het vertikale staartgedeelte naar links, wat het vliegtuig naar rechts doet draaien.

Natuurlijk draaien we de achterlijst van het richtingsroer naar links om naar links te draaien.

Opgelet, als ik zeg draaien, is dit draaien rond de yaw as (de assen van een vliegtuig herbekijken in "Hoe vliegt een vliegtuig ? "). Draaien in de zin van "een bocht nemen" is iets verschillend, we zullen daar later op terugkomen.

- De rolroeren :

Voor de controle met de roeras (zijdelingse helling), hebben we twee rolroeren, één op de achterlijst van elke vleugel. Om te hellen, moet men één vleugel naar boven bewegen en de andere naar beneden. Het is hiervoor dat de rolroeren in tegengestelde richting werken. Door het linkse rolroer naar boven te bewegen en het rechtse rolroer naar beneden, verminderen we de draagkracht van de linkse vleugel, terwijl we de draagkracht van de rechtse vleugel vermeerderen. Het vliegtuig helt naar links.

Omgekeerd, door het rechtse rolroer naar boven de doen en het linkse rolroer te laten zakken, helt het vliegtuig naar rechts.
Op de zender wordt de hendel, die de rolroeren bedient, in de richting van de gewenste helling geplaatst. Om naar rechts te hellen, zet men de hendel van de rolroeren naar rechts. Om de richting te onthouden, herinner u dat het rolroer omhoog gaat langs de kant naar waar men de hendel zet (vliegtuig van achteraan gezien natuurlijk).

Indeling van de commandos.

In het hoofdstuk van de afstandsbediening, hebben we gezegd dat de indeling van de commandos vooral een kwestie van gewoonte is. We gaan u echter de twee meest voorkomende aangeven.
Mode 1 wordt het meeste gebruikt in Frankrijk. Het is misschien verwonderlijk dat het rolroer en het diepteroer, die in een echt vliegtuig op één stuurknuppel gegroepeerd zijn, hier gescheiden zijn. In feite is deze gewoonte er gekomen in een tijdperk waarin het gebruikelijk was om te beginnen met een zender met 2 kanalen, daar de prijs van een zender redelijk hoog was. Het belangrijkste commando om een bocht te nemen was noodzakelijkerwijze gescheiden van de diepte. Zo, bij een model op 2 kanalen,dat gestuurd werd door het diepteroer en het rolroer waren deze functies gescheiden. Door over te gaan op een zender met 4 kanalen, werd deze gewoonte behouden. In het begin van de afstandsbedieningen waren de prijzen zo hoog dat een zender met 2 kanalen gebruikelijk was en deze gewoonte werd dus in stand gehouden. In andere landen wordt de opstelling met gaz en sturen links en diepteroer en rolroer op de rechtse hendel meer gebruikt.

MODE 1

Linkse hendel : Diepte en richting
Rechtse hendel : Rolroeren en gaz (rolroeren en remklep bij een zwever)

MODE 2

Linkse hendel : Richting en gaz (Richting en remklep bij zwever)
Rechtse hendel : Diepte en rolroeren